Incontinentie en Huidzorg (IAD): Interview met Professor Dimitri Beeckman

Huidzorg is van cruciaal belang voor mensen met incontinentie en krijgt steeds meer aandacht in de ontwikkeling van gezondheidsproducten. We interviewden professor Dimitri Beeckman om ons meer te vertellen over dit belangrijke onderwerp.


Prof. Dimitri Beeckman

Prof. Dimitri Beeckman is professor huidzorg en klinische verpleegkunde aan de Universiteit Gent (België) en de Universiteit van Örebro (Zweden). Hij is gasthoogleraar aan het Royal College of Surgeons in Ierland, de Monash University (Australië) en de Universiteit van Zuid-Denemarken. Professor Beeckman is eveneens voorzitter van het European Pressure Ulcer Advisory Panel (EPUAP) en het International Skin Tear Advisory Panel (ISTAP) en bestuurslid van de European Wound Management Association (EWMA). Hij is verder gespecialiseerd in het onderzoek naar huidzorg, klinische proeven, onderwijs, implementatie, instrumentontwikkeling en psychometrie. Professor Beeckman is de auteur van meer dan 140 wetenschappelijke publicaties en presenteerde zijn onderzoek in meer dan 60 landen. Hij is lid van de redactieraad van het Journal of Wound, Ostomy and Continence Nursing, Journal of Tissue Viability en BMC Geriatrics. Verder is hij aangesloten bij de Sigma Theta Tau International Honour Society of Nursing en de European Academy of Nursing Science.


Waarom is huidzorg belangrijk bij de behandeling van incontinentie?

Incontinentie is elk ongewild of onvrijwillig verlies van urine uit de blaas (urine-incontinentie) of van stoelgang, ontlasting of gassen uit de darm (fecale incontinentie). Bevolkingsonderzoeken uit verschillende landen tonen aan dat urine-incontinentie voorkomt bij 5% tot 70% van de bevolking. De meeste onderzoeken geven aan dat de cijfers schommelen tussen 25 en 45%. Incontinentie komt vaker voor naarmate men ouder wordt. Bij vrouwen ouder dan 70 jaar heeft meer dan 40% van de bevolking urine-incontinentie. Fecale incontinentie is een verborgen probleem dat te weinig wordt gediagnosticeerd, onderzocht en behandeld. Tot 10% van de volwassenen kunnen in hun leven te maken krijgen met fecale incontinentie. Een beschadigde huid is het belangrijkste fysieke gezondheidsprobleem van urine- en fecale incontinentie. Huidirritatie op de plaats van het beschermingsmiddel wordt bij kinderen meestal huiduitslag genoemd. Bij volwassenen wordt gewoonlijk de term perianale eczeem gebruikt. Recent is echter geopperd om te kiezen voor incontinentiedermatitis (IAD) omdat de aangetaste huidzones niet beperkt zijn tot het perineum. Incontinentie en de daarmee gepaard gaande huidbeschadiging kunnen een aanzienlijk effect hebben op het lichamelijke en psychische welzijn van de patiënt. Patiënten met IAD kunnen ongemak, pijn, branderigheid, jeuk of tintelingen ervaren in de betreffende zones. IAD kan leiden tot een overmatige zorgbelasting, verlies van onafhankelijkheid, verstoring van activiteiten en/of slaap en een verminderde levenskwaliteit die verergeren met de frequentie en de hoeveelheid.

Oudere mensen hebben een meer kwetsbare huid. Betekent dit dat jongere mensen geen last kunnen hebben van huidproblemen door een moeilijk controleerbare blaas?

Het is bekend dat een aangetaste huid ook in de kinderzorg een ernstig en vaak te voorkomen probleem vormt. Een aangetaste opperhuid door contact met urine of ontlasting kan de kinderhuid vatbaar maken voor infecties. Hoewel veel huidproblemen bij volwassenen ook bij kinderen voorkomen, zijn er bij de laatste groep ook een aantal problemen die enkel bij hen voorkomen. Irriterende luierdermatitis ontstaat wanneer de huid langdurig nat blijft. De reactie op de urine en/of ontlasting leidt tot een hogere pH-waarde van de huid en vervolgens tot de afbraak van het stratum corneum, de buitenste laag van de huid. Mogelijke oorzaken zijn diarree, frequente ontlasting, strakke luiers, overmatige blootstelling aan ammoniak of zelfs allergische reacties.

Is er een verband tussen de ernst van de incontinentie en de mogelijke schade aan de huid? Zijn er andere belangrijke factoren?

Het is belangrijk om te vermelden dat niet alle patiënten met incontinentie schade aan de huid krijgen. Dat betekent dat veel meer factoren het individuele risico op een beschadigde huid door incontinentie verhogen en de bescherming van de huid verlagen. Risicovoorspellingsmodellen zijn van cruciaal belang in de zorg voor de patiënt en sturen de klinische beslissingen. Ze werken met een aantal predictoren op basis van de kenmerken van de patiënt om de gezondheidsgevolgen te voorspellen. Toch staat het onderzoek naar de risicofactoren van IAD en prognosemodellen nog in zijn kinderschoenen. Op basis van de mening van deskundigen en transversale onderzoeken zijn de volgende variabelen in verband gebracht met een verhoogd risico op huidbeschadiging als gevolg van incontinentie: de hoeveelheid vocht die op de huid blijft, de leeftijd, het type incontinentie, een hogere body mass index, aanwezigheid van diabetes mellitus, wrijving en schuren tijdens het bewegen van de patiënt.

Inschrijven voor email

Wat is incontinentiedermatitis (IAD)? Is het een veelvoorkomend probleem?

Wanneer de huid langdurig in aanraking komt met urine en/of feces ontstaat er huidafbraak. Dat fenomeen wordt bij pasgeborenen, baby’s en kinderen omschreven als luierdermatitis en als incontinentiedermatitis (IAD) bij volwassenen. Incontinentiedermatitis is een specifieke vorm van irriterende contactdermatitis met roodhuid aan de huid rond de billen, het perineum, de bilspleet en andere plaatsen waar wrijving en vocht (door incontinentie) aanwezig is tussen huid, incontinentiemateriaal, kleding en beddengoed. Huidproblemen door incontinentie worden in de International Classification of Diseases (ICD)-11 geclassificeerd als ‘Huidziekten’; meer specifiek onder de subcategorie ‘Irriterende contactdermatitis door wrijving, zweten of contact met lichaamsvloeistoffen’. Studies rapporteren prevalentiecijfers van IAD tussen 5,6% en 50,0%, met incidentiecijfers tussen 3,4% en 25,0%, afhankelijk van het type klinische setting en de onderzochte populatie. Een studie naar de prevalentie van IAD onder gehospitaliseerde acute zorgpatiënten in de Verenigde Staten (n = 976) rapporteerde een prevalentie van 27% (Gray & Giuliano 2018). Een studie met een grote steekproef (n = 3713) van incontinentiepatiënten rapporteerde een prevalentie over verschillende zorgomgevingen in twee Europese landen van 6,1% (Kottner et al. 2014). Ongeveer een derde van de mensen met fecale incontinentie ontwikkelt IAD (Doughty et al. 2012).

Hoe ontstaat incontinentiedermatitis (IAD)?

IAD wordt veroorzaakt door de voortdurende wisselwerking tussen het vochtige huidoppervlak, een verhoogde pH-waarde van het huidoppervlak, verterende darmenzymen, herhaalde reiniging van de huid en producten die het vocht vasthouden zoals luiers en incontinentieverband. Langdurige blootstelling aan die irriterende elementen leidt tot schade aan het stratum corneum (de hoornlaag). Overmatig vocht aan het huidoppervlak leidt tot hyperhydratatie van de hoorncellen en tot verstoring van de lipide dubbellaag. De hoorncellen zwellen op en de hoornlaag wordt dikker (Kottner & Beeckman 2015). Lipasen en proteasen vallen de eiwitten en lipiden van de hoornlaag aan (Beeckman et al. 2009). Die beschadigde huidbarrière en aandoeningen (bijv. veroorzaakt door het dragen van luiers en het gebruik van incontinentieverband) kunnen ervoor zorgen dat irriterende stoffen en micro-organismen (bv. Candida Albicans) nog eenvoudiger in het hoornvlies kunnen binnendringen. Bovendien leidt het veelvuldig gebruik van water, huidreinigingsmiddelen, washandjes en handdoeken tot chemische en fysieke irritatie van de huid (ook wel ‘wrijving’ genoemd). Beperkte mobiliteit en beperkte mogelijkheid tot zelfstandig bewegen veroorzaken extra wrijving en irritatie aan de hoornlaag en de epidermis van risicogebieden. Hierdoor wordt de epidermale barrière minder sterk (Kottner & Beeckman 2015).

Hoe kan IAD voorkomen worden?

De eerste prioriteit is, indien mogelijk, incontinentie verminderen of voorkomen . Lukt dat niet, dan is het insluiten van urine of stoelgang een oplossing. Hierdoor wordt de huid minder blootgesteld aan het vocht en het veranderende pH-gehalte die veroorzaakt worden door urine- en/of fecale incontinentie. IAD kan op die manier voorkomen worden. Uit een systematische evaluatie (Beeckman et al. 2016) blijkt dat zeep en water slecht scoren om IAD te voorkomen. Het gebruik van producten die niet afgespoeld hoeven te worden (zoals huidbeschermingsmiddelen) en het vermijden van zeep lijken doeltreffend te zijn. De werking van producten die niet afgespoeld hoeven te worden hangt af van de bestanddelen, de algemene formulering en het gebruik (bv. toegepaste hoeveelheid). Deskundigen zijn het erover eens dat niet-invasieve methoden tegen urine-incontinentie beter zijn dan katheters, om de kans op urineweginfecties door katheters te verkleinen. Absorberende producten op het lichaam kunnen ook een oplossing zijn. Ze houden vocht beter onder controle door het van de huid weg te houden en snel te absorberen. De producten zorgen dus voor een lager pH-gehalte.

Kunnen we garanderen dat IAD of andere huiduitslag niet zal voorkomen?

Neen, mensen met incontinentie lopen steeds het risico op IAD, zelfs wanneer ze de best mogelijke zorg krijgen. Incontinentieproducten die door dermatologen op basis van onafhankelijke laboratoriumtests zijn goedgekeurd, beperken het risico op allergie of irritatie. Er zijn nog veel meer (onbekende) factoren die de kans op IAD vergroten of verkleinen. Er is geen wetenschappelijk onderbouwd model om het risico op IAD te voorspellen. Volledig ademende verbanden zijn een goede keuze omdat de luchtdoorstroming de gevolgen van een afgesloten omgeving vermindert. Ademende, microporeuze bescherming houden de huid droger en hebben een positieve invloed op de huid in het luiergebied, met name wat betreft occlusie, luierdermatitis en superinfecties met Candida albicans.

Wat zijn de belangrijkste behandelingen na de diagnose van IAD?

Na de diagnose moet de behandeling de ontsteking verminderen, genezing en epithelisatie bevorderen en infecties voorkomen. Alle eerder genoemde preventieve maatregelen kunnen bij de behandeling ingezet worden. Milde irriterende contactdermitis kan behandeld worden met een product dat niet afgespoeld hoeft te worden. Bij ernstige IAD kunnen tijdelijk verbanden worden gebruikt om de genezing te versnellen. In geval van een schimmelinfectie (bv. Candida Albicans) dient eerst een antischimmelbehandeling te worden toegepast. Het is aangeraden om een aanwezige infectie steeds te behandelen. De gesuperponeerde infectie kan het locoregionale klinische beeld veranderen, afhankelijk van het type micro-organisme (bacteriën, schimmel of gisten). Wonduitstrijkjes en bloedmonsters zijn een goede manier om de infectie te bevestigen en/of het betrokken micro-organisme te identificeren voor een gerichte behandeling.

Zijn er studies die het verband tussen doorligwonden en IAD aantonen?

Ja, dergelijk onderzoek bestaat. Doorligwonden zijn plaatselijke letsels van de huid en/of het onderliggende weefsel, meestal op een benige plek, als gevolg van mechanische krachten (druk en verschuiving). IAD en doorligwonden ontstaan op een andere manier maar kunnen samen voorkomen: IAD is een ‘top down‘-letsel waarbij de schade aan het huidoppervlak ontstaat. Doorligwonden zijn ‘bottom up’-letsels waarbij de schade ontstaat door veranderingen in de zachte weefsels onder en in de huid. Uit een systematische evaluatie en meta-analyse van Beeckman et al. blijkt dat incontinentie en IAD risicofactoren voor doorligwonden zijn. Dat komt door de langdurige blootstelling aan vocht en irriterende stoffen aan het huidoppervlak. Hierdoor veranderen de mechanische eigenschappen en het onderliggende weefsel van de huid. De toenemende wrijvingscoëfficiënt en de veranderingen in de weefselstijfheid leiden tot een toenemend risico op doorligwonden. Daarnaast zal plaatselijke ontsteking de huidtemperatuur verhogen, waardoor de weerstand van de huid tegen weefselvervorming verder afneemt. Uit onderzoek blijkt dat het moeilijk en verwarrend is om vast te stellen of de ontsteking van de huid in de bil- en heiligbeenstreek in de eerste plaats te wijten is aan druk of irritatie.

Inschrijven voor email

[1] Beeckman D, Van Damme N, Schoonhoven L, et al. Interventions for preventing and treating incontinence
associated dermatitis in adults. Cochrane Database Syst Rev. 2016 Nov 10;11:CD011627.

[2] Doughty D, Junkin J, Kurz P, et al. Incontinence-associated dermatitis: consensus statements, evidence-based
guidelines for prevention and treatment, and current challenges. J Wound Ostomy Continence Nurs. 2012 May
Jun;39(3):303-15; quiz 316-7.

[3] Gray M, Giuliano KK. Incontinence-Associated Dermatitis, Characteristics and Relationship to Pressure Injury: A
Multisite Epidemiologic Analysis. J Wound Ostomy Continence Nurs. 2018 Jan/Feb;45(1):63-67.

[4]Kottner J, Blume-Peytavi U, Lohrmann C, et al. Associations between individual characteristics and incontinence
associated dermatitis: a secondary data analysis of a multi-centre prevalence study. Int J Nurs Stud. 2014
Oct;51(10):1373-80.

[5] Kottner J, Beeckman D. Incontinence-associated dermatitis and pressure ulcers in geriatric patients. G Ital Dermatol
Venereol. 2015 Dec;150(6):717-29.

[6] Edana Sustainability report D/2005/5705/2